Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De gemeente heft belastingen op onroerende zaken om een deel van de taken van de gemeente te bekostigen.

U kunt uw aanslag inzien en verschillende zaken regelen via de Digitale belastingbalie

De gemeente bepaalt jaarlijks de nieuwe WOZ-waarde van uw woning of niet-woning. De OZB wordt berekend door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het OZB-tarief. Dit tarief is een percentage van de WOZ-waarde.

Tarief 2024

Eigendom woning:  0,0712% van de WOZ-waarde
Eigendom niet-woning: 0,2120% van de WOZ-waarde
Gebruik niet-woning: 0,1390% van de WOZ-waarde

Tarief 2025

Eigendom woning:  0,0736% van de WOZ-waarde
Eigendom niet-woning: 0,2225% van de WOZ-waarde
Gebruik niet-woning: 0,1528% van de WOZ-waarde

U bent belastingplichtig voor de OZB als u op 1 januari van het belastingjaar eigenaar en/of gebruiker bent van een onroerende zaak. Er vindt geen teruggaaf plaats van deze belasting als u in de loop van het jaar de onroerende zaak verkoopt of als u geen gebruiker meer bent. Overigens is het gebruikelijk dat de oude eigenaar en de nieuw eigenaar de aanslag OZB eigendom onderling verrekenen bij de notaris.

Voor de vraag wanneer bij de OZB sprake is van een woning of een niet-woning, geldt het volgende. Woningen zijn onroerende zaken waarvan de WOZ- waarde voor 70% of meer is toe te rekenen aan grond en opstallen die dienen tot woning of die dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Bijvoorbeeld garages, tuinhuisjes etc. Niet-woningen zijn onroerende zaken die niet voldoen aan de voorwaarden voor een woning. Het kan dus voorkomen dat bij onroerende zaken waar een woninggedeelte aanwezig is, toch het niet-woningtarief van toepassing is. Voorbeelden kunnen zijn:
  • Kantoor met woonruimte
  • Opslag/distributie met woongedeelte
  • Agrarisch object met woongedeelte
  • Tuinbouwbedrijf met woongedeelte
Als eigenaar bent u belastingplichtig voor de OZB gebruikersbelasting in de volgende gevallen:
  • U maakt zelf gebruik van de niet-woning
  • U bent eigenaar van een niet-woning in aanbouw
  • U bent eigenaar van een niet-woning die u in delen in gebruik heeft gegeven. Bijvoorbeeld: U verhuurt een bedrijfsverzamelgebouw waarin de gebruikers gebruik maken van een gezamenlijke hoofdingang, toiletgroep en pantry
  • U bent eigenaar van een niet-woning waarbij sprake is van kortstondig gebruik achtereenvolgens door verschillende gebruikers. Bijvoorbeeld: U verhuurt steeds een opslagruimte voor korte perioden

Een stuk grond waarop een huis wordt gebouwd, kan ook worden gezien als een eigendom dat voornamelijk als woning wordt gebruikt. Dit hangt af van de daadwerkelijke werkzaamheden die zijn uitgevoerd om het huis te realiseren. Als er op 1 januari nog geen werkzaamheden zijn verricht, wordt het stuk grond beschouwd als een niet-woning en moet u zowel het tarief voor niet-woning bezit als het tarief voor niet-woning gebruik betalen.

De gemeente is verplicht gegevens vast te leggen over de gebruikssituatie van alle niet-woningen. De gegevens worden gebruikt om te bepalen aan wie de aanslagen OZB en rioolheffing moet worden opgelegd. Als u eigenaar bent van een niet-woning dan kunt u dit doorgeven door middel van het Inlichtingenformulier (huur)gegevens niet-woningen.  

De aanslag gemeentelijke belastingen komt meestal eind februari.